vrijdag 13 februari 2015

Zonder berouw


In 1880 schreef Fjodor Dostojevski in zijn boek ‘De gebroeders Karamazov’:
“Above all, don't lie to yourself. The man who lies to himself and listens to his own lie comes to a point that he cannot distinguish the truth within him, or around him, and so loses all respect for himself and for others. And having no respect he ceases to love.”

Het is bijna angstaanjagend hoe punctueel deze uitspraak is. De afgelopen twee jaar waarin ik nu stukjes en verhalen schrijf, die ik publiceer dit on een alias die ik ooit, in een moment van verveling, heb bedacht in en bus. Een naam die ik helaas nog regelmatig van verschillende mensen in een honende manier moet horen.  Iets waar ik ontzettend van houd om te doen, kaatsen ze naar me terug om hier een vorm van voldoening uit te halen en mij te kleineren.

Het is ze best eens gelukt.

Denkend hieraan kruipt er een oprisping van woede over me heen. Het is precies dezelfde angst hiervoor die me een heel groot deel van mijn leven me aan de grond heeft gehouden. 

Laatst ontdekte ik een andere blog van een oudere vrouw die hier op poëzie publiceerde. Ikzelf kan poëzie erg waarderen, iets waar ik me het laatste jaar aardig in heb verdiept.
Maar deze blog maakte mijn verwachting niet helemaal waar. Geen boodschap, geen verhaal, niets van metrum of creatief taalgebruik en nog veel taalfouten ook zorgden ervoor dat ik het niet serieus naam. Sterker nog, ik maakte het belachelijk en schoof het af als onzin.

In een flits bedacht ik me: wie de fuck ben ik nou om hier over te oordelen? Wie ben ik, die jongen die vroeger niet met het meisje durfde te praten op wie hij verliefd was, die vroeger geen verhalen meer schreef toen hij eens op de basisschool voor belachelijk was gemaakt, die vroeger niet verder durfde te gaan dan dromen, die zijn leven lang beïnvloedt is door de mening anderen. Wie ben ik dan om haar dromen belachelijk te maken? Deze vrouw doet net als ik iets waar ze van houdt, en hoe durf ik haar daarvoor te beoordelen als een idioot?

Grootmoed brengt een mens ten val, maar nederigheid helpt hem omhoog.

Het was precies dezelfde denigrerende toon waar ik zelf altijd voor heb gevreesd die ik nu over andermans werk liet klinken. De enige reden waarom ik zoiets zou doen is omdat ik zelf nog steeds angstig ben voor de mening van anderen. Angstig om betiteld te worden dat er voor de rest van m’n leven niet over me gesproken wordt om wat ik was, maar om dat ene ding wat ik ooit deed. Het is bizar dat hetgene waar iemand zich mee uit, of dat nu kunst, een onderneming starten of een andere vorm van expressie is, pas geaccepteerd en gerespecteerd wordt als iemand daar succes mee behaald.

Misschien zal ik nooit wel ‘succes’ bereiken met wat ik doe, misschien is hetgene wat ik doe een fase en zal het ooit dood laten bloeden om er verder nooit meer iets mee te doen. Misschien doe ik dit later nog steeds en profileer ik mezelf heel anders.

Het probleem zit hem echter in welke mate ik me afhankelijk laat voelen door de mening van anderen.
Ik zou wel eens wat vrijer willen zijn, niet leven in dagelijkse schijn. Ik zou wel eens willen om vrijuit te kunnen schrijven – dichter bij mijn waarden te blijven, en om te zingen – luid, en schel voor het oor, om te om te janken, diep van binnen, om te schreeuwen en lief te hebben, en daarmee niets verloor. Om eerlijk aan mezelf te blijven, mijn waarheid getrouw.
En dat allemaal te doen, zonder berouw.

donderdag 22 januari 2015

Het grote figureer verhaal

Als ook te lezen op: http://lezerscolumns.metronieuws.nl/view/d82x



Ooit heb ik eens gefigureerd. Dat was in de zomer toen ik zonder werk en zonder geld zat. En als een mens op zwart zaad zit, gaat hij rare dingen doen. Onderweg naar de Albert Heijn liep ik voorbij een pamflet waarop stond:

“GEZOCHT: FIGURANTEN VOOR EEN TELEFILM, INCLUSIEF VERGOEDING. ONTDEK DE FILMSET MET FILMSTERREN. NADERE INFORMATIE MAIL NAAR..”

Dus ik denk: vet, op een echte filmset, met echte filmsterren die ik anders alleen in de jetset delen van Amsterdam tegen zou komen en nog eens een vergoeding ook! Dikke prima!

Zogezegd, zo gedaan, ik naar de filmset.

Nu moet je begrijpen, de meeste figuranten zijn nogal… tja… Apart.
In de grote steden zijn het (naar wat ik hoorde) vaak mensen met een uitkeringen die dan een paar centen verdienen en een gratis warme maaltijd krijgen. Maar nog vaker zijn het mensen die denken dat als ze maar vaak genoeg figureren, ze ongetwijfeld wel eens een keer doorbreken.

Zo was er een jongen die meer dan 50 keer gefigureerd had het afgelopen jaar en, omdat hij nu inmiddels ‘toch wel aardig in de business verslingerd aan het raken was’ maar besloot een eigen IMDb-pagina aan te maken. Zucht. Zo was er ook een jongen die gefigureerd heeft voor de film Michiel De Ruyter. Daarvoor moest hij 4 uur naar Middelburg reizen, om daar anderhalf uur in een 16de eeuws militairpak te lopen, met de zon die vol in z’n gezicht scheen en vervolgens weer 4 uur terug. En dat ALLEMAAL onbetaald. Nog diepere zucht.

Ik kreeg een pak aan, want de film speelde zich af op Terschelling en daarvoor moest je een pak aan ofzo iets, ik weet nog steeds niet echt wat het idee erachter was.
Dat pak bestond uit 4 attributen: een focking zware broek, gemaakt van leer met haren eraan vast geplakt, een focking warme jas, die net als de broek ook focking zwaar was, een attribuut om je outfit ‘uniek’ te maken en een masker in de vorm van iets uit de natuur, in mijn geval waren ze geïnspireerd door My Little Pony. Geweldig. Dit masker was ook nog eens gemaakt van rubber en dus, je raadt het al, focking warm.

Het enthousiasme liep van me af.

We kregen instructies van de filmleider, het was een beetje een zeikerd, dus ik vond hem meteen maar niks. We moesten dus binnen komen lopen, ergens gaan staan, en daar gaan dansen.
That’s it? Nou, dit moet wel te doen zijn dacht ik.

Oh boy, I was wrong.

Kijk, toen ik zei dat die vent een zeikerd was, bedoelde ik ook echt een zeikerd. Zo’n vent die zijn eigen onvrede niet op zichzelf kan betrekken, zo’n vent. Zo’n vent als die te lang bij het vuilnis blijft staan zelf ook mee wordt genomen.

Ik heb 12 uur lang in een heet pak gelopen, dat door al het zweet nog zwaarder was geworden dan het al was, verhongerd, vermoeid en uitgedroogd het gemiep aan moeten horen van een vent die al te lang droog stond, met om me heen alleen maar idioten die dachten dat zie hiermee ooit wel eens een hoofdrol kregen in een Hollywood film.

Deze film was afgelopen zaterdag op tv.

En raden wat? Ik ben niet eens in beeld gekomen.

woensdag 31 december 2014

Waarom darts zo geweldig is


Darts is een ‘net niet’-sport. Dat weten we allemaal. Geen gladde kapseltjes, geen sportonderbroeken megacontracten, geen videogames, zelfs geen Darters-Panini plaatjes. Man, als een darter zou willen zou hij zelfs met een blote torso, Superman cape, badslippers met witte sokken en een grote witte onderbroek met een vieze poepstreep aan het podium op komen en zelfs dan zou er voor hem geklapt worden.  Dat is heel wat anders dan spelen in een Rabobank reclame.

Daarom dan ook 5 redenen waarom darts geweldig is:

’s Overdags is hij een simpele arbeiders, maar ’s avonds is hij ‘The King Cobra’
De middelmatige darter heeft een bierbuik, is licht kalend en heeft het verstand van een rots gebakken in plantaardige olie. Als ze niet aan het darten zijn, dan hebben ze banen zoals respectief, ventilatorreparateur, buschauffeur of spiegelinspecteur, een baan die je jezelf wel kan zien doen. En van de ene op de andere dag zijn deze mannen van nietszeggende figuren naar lokale idolen verheven.
Het is een soort superhelden verhaal, waar hij overdags een nietszeggende burger is, zonder al te veel spektakel om hem heen, maar als hij aan het darten is, wordt hij aangemoedigd als een superheld, als een Messias, als een legende.
Ze zijn ook gewoon zo lekker normaal. Als ze winnen dan is het geen arrogante trekjes met jezelf op de borst kloppen, of gebaartjes naar de trainer of de journalisten. Dan zijn ze blij, zoals blij zijn bedoeld is.

Gelukkig zijn ze dan niet zo blij dat ze hun shirt uittrekken.


Bijnamen
Er geldt 1 belangrijke regel bij darts: zonder bijnaam hoor je er niet bij in de dartwereld. Dus kies je een bijnaam die iets met je naam, uiterlijk of een ervaring te maken heeft. Als het nog even kan kies je hier ook nog een passende openingstune bij, bijvoorbeeld ‘The Count’ heeft als openingstune ‘Be on Your Way’ of ‘El Dartador’ met ‘Bamboleo’. Zie je de overeenkomsten?

Fans
Maar het aller, aller, allerleukste aan darts zijn nog wel de fans.

Stel je voor, een grote zaal, zo groot als Ahoy, misschien wel de Ziggo dome, helemaal vol met mensen, zittend aan picknicktafels en banken, gekleed als bananen, Pokémon, dalmatiërs en zaklampen. Niets is te dol.
Geen spreekkoren over de omroeper diens moeder een hoer is, of vuurwerk gooien, alleen dezelfde dronken liedjes waarbij het een wedstrijdje is om zo hard mogelijk “OY, OY, OY” te schreeuwen.
Het maakt ze allemaal niet uit wie wint, ze juichen toch wel voor beide spelers. Vraag een willekeurige aanwezige voor wie ze zijn, Andy Fordham of Ted Hankey, reageren ze enkel met ‘Wie?’ Het doet er niet toe wie wint en wie beter is, alle darters hebben een beetje die gunfactor.

Vrouwen bij het darten
Het vervelende aan topsport is dan ook dat alle topsporters iets speciaals hebben wat uniek lijkt te maken, een Cristiano Ronaldo, een Michiel Mulder, een Anna Kournikova, allemaal gezegend met een geweldig uiterlijk én een bizar talent in hun tak van sport. En daar komt ook nog eens bij dat ze worden overladen met interesse van de andere sekse.

Darters, nou die hebben dat niet.

Die zijn gezegend met een goede reservevoorraad voor als het tijd wordt voor de winterslaap (die nooit komt, maar voor het geval dat).
Welke legende het ook heeft verzonnen, verdient een prijs, maar ooit kwam iemand met het geniale idee om deze darters op te laten komen met twee prachtige vrouwen aan hun zijde. Vrouwen die zij anders alleen zouden zien op plaatjes op het internet, lopen nu aan hun zijde. Het is net als een leeuw die in zijn leven alleen heeft geknaagd aan karige, oude gnoes, en nu lopen er twee prachtige volle gazelles naast hem, en hij mag niet toeslaan. Pure kwelling en heerlijk leedvermaak tegelijk.


En het allerleukste aan darts? Er zijn geen Duitsers.


maandag 29 december 2014

Hoe versier je een vrouw – een praktische aanpak


Laatst liep ik over straat toen ik achter me opeens hoorde: “Oh mijn god, Johnny Depp!” Door alle commotie draaide ik me om en realiseerde me dat een jonge meid naar mij wees. Voor ik het wist werd ik omringd door vrouwen met notitieblokken en een pen in hun handen vragend om een handtekening en een selfie. Toen ik ze kalmeerde en zei dat ik niet Johnny Depp was, maar gewoon Willem - die ene Willem - werden ze helemaal wild. Ze konden het niet geloven dat ze niet Johnny Depp voor zich hadden, maar de enige echte Willem alom bekend casanova en parttime Don Juan. Voor ik het wist voerden drie ziekenwagens flauwgevallen meiden af. Later moest Rijkswaterstaat nog langs komen om alle nattigheid op te ruimen.

Mannen weten ook dat ik bekend sta als alledaags charmeur, en vaak krijg ik de vraag hoe je nou een vrouw versiert. Nou, dat varkentje zou ik wel eens even wassen dacht ik zo.

Allereerst begin je met een openingszin, mijn favoriet is dan ook: “Wat vinden 9 uit de 10 mensen leuk? Groepsverkrachting!”. Dan blijf je heel ongemakkelijk voor haar staan op een net iets te grote afstand om te laten merken dat je interesse in haar hebt, terwijl je met je vingers speelt omdat je zenuwachtig bent of ze zal lachen of niet. Jij weet net zo goed als ik dat ze natuurlijk niet zal lachen (dezelfde schaamte, iedere keer weer). Maar je moet blijven volhouden! Vrouwen vinden het namelijk geweldig als ze zich ongemakkelijk voelen en er een steeds dronkener wordende jongeman, met als enige doel om seks met haar te hebben, een beetje leuk aan het doen is.

Dan is het moment daar voor wat small talk. Onthoudt: je moet het luchtig houden, maar je moet niet teveel naar oppervlakkige dingen vragen zoals wat ze studeert, waar ze vandaan komt, hoeveel gasten ze al heeft geneukt et cetera.
Dat wilt zeggen dat je niet naar haar cv moet vragen, want die heeft ze waarschijnlijk toch niet bij zich. Tenzij het een sollicitatiegesprek is. Maar dan zou je haar ook niet moeten willen versieren. Relaties op de werkvloer zijn ongemakkelijk. Net als een afwijzing op de werkvloer, dat is nóg ongemakkelijker.

Anyway.

Je moet haar daarentegen ook niet vragen naar wat haar standpunt is over het werk van Goethe in evolutionair opzicht, de kans is groot dat je, net als ik, hier geen ruk verstand van hebt. De enige uitkomsten van deze vraag zouden kunnen zijn dat ze niet weet waar je het over hebt en vervolgens nog meer op je afknapt, of dat ze wel weet waar je het over hebt, maar jij niet en dat je alsnog voor lul staat.

Maar, het is belangrijk dat je het hoofd koel houdt. Daarom bestel je een drankje voor haar. Classic! Werkt altijd om op haar schuldgevoel in te werken dat ze bij je blijft staan en jij tegen haar aan kan praten. Biedt haar alles aan wat ze zou willen, en als ze afwijst bestel je als nog voor haar. Vrouwen houden er van als mannen voor ze beslissen, zeker als ze nog niet zeker weet hoe ze over je voelt. Maar bij jou weet ze dat inmiddels natuurlijk wel, tijger!
Bestel ook iets voor jezelf natuurlijk, een aanrader is cola met ijs, dan wek je niet de indruk dat je een ontzettend drankorgel bent die je in werkelijkheid wel bent.

Pak nu de ijsklontjes uit je glas cola en smijt ze op de grond, om vervolgens met de meest originele, totaal niet uit een reclame gejatte line te komen: “Zo, nu is het ijs gebroken, haha” terwijl je haar wanhopig aankijkt sijpelt het binnen dat ze zich nu echt heel ongemakkelijk voelt terwijl ze langzaam naar achter schuifelt.  Je weet: ‘Ik moet nu handelen!’ NU is het moment om toe te slaan, badboy! Go in for the kiss! Ondanks dat je je ongemakkelijk voelt, moet je ooit toeslaan!

Ze zal je waarschijnlijk van haar afduwen en je uitschelden voor ‘gluiperd’ en ‘creep’ en krijg je het zojuist voor haar bestelde drankje in je gezicht gesmeten. Vervolgens vertel je aan al je vrienden over ‘die bitch’ en hoe je ‘toch geen fuck om haar geeft’ terwijl je daarmee jezelf tegenspreekt en je er wel om geeft.
Na deze afwijzing zal je de rest van de avond waarschijnlijk wel de ontzettende drankorgel worden wat je eerst niet wilde laten blijken.

Nou, uiteindelijk werkt dit allemaal nooit en precies om die reden ben ik nog steeds single.

woensdag 24 december 2014

All you need is love


Kerstavond, wat een schitterende avond om geen fuck te doen. Zo denkt heel Nederland over deze avond. Dus gaan ze allemaal voor de buis zitten. En wat kijken ze dan? All you need is love natuurlijk, hét ultieme kerstprogramma bij uitstek.

Daar staat Robert Jan Paardenlul op al die mensen te wachten en worden ze met veel bombarie ontvangen. Dan worden ze ‘ontzettend gezellig’ met z’n allen in een grote bus gepropt, allemaal mensen die elkaar niet kennen. En godverdomme wat is het toch GEZELLIG.

Als het moment suprême daar is komt de liefde van hun leven op ze af rennen, is heel Nederland thuis op de bank overspoeld door een warm gevoel van liefde terwijl ze synchroon ‘Ahhhhh’ zeggen om vervolgens zelf even een flinke pot te janken.
En dan gaan de liefdesvogels naar huis, om samen een gelukkige kerst te hebben en flink te knallen en kunnen ze hun geluk niet op, om nog geen 2 dagen later in dezelfde fucking sleur te komen als ieder ander stel.

Ik heb een hekel aan ‘All you need is love’ en niet omdat ik een hekel heb aan mensen, of aan herenigingen, zeker niet. Maar liefde moet niet op een troontje worden geplaatst, alsof dat het enige is wat je nodig hebt in het leven om een gelukkig leven te hebben.

En weet je wat nu het erge hieraan is? Ik betrap me zelf nog wel eens erop dat ik ook ‘Ahhhh’ zeg.

dinsdag 18 november 2014

Baard


Ik kan een baard laten groeien.

Daar ben ik dan ook best trots op. Het is een stukje mannelijkheid dat ik erg waardeer. Verder maakt dit me niet beter dan andere mannen, maar hee, als je er een kan laten groeien, waarom niet?

Wat dan ook zo godsgruwelijk irritant is, als je mannen tegenkomt die geen baard kunnen laten groeien en dit eigenlijk heel graag zouden willen, je telkens van die leukdoenerij krijgt als; “He man, je moet je baard scheren”, “Sinterklaas is eerder dit jaar? Whahaa”, “Scheerapparaat stuk? Hahahaahhaaa” of favoriet van deze mannen zonder testosteron tegenwoordig: is “Ga je bij de ISIS? Ghahahaah”

HI-LA-RISCH.

Doodziek word je er van.

Als je niets te melden hebt, houd je bek dan gewoon, maar laat mij niet het slachtoffer worden van jouw jaloezie omdat jij te weinig vent bent om 1. Zelf een baard te groeien of 2. Er vrede mee hebt dat je geen baard kan groeien.
Het eerste is genetisch, het tweede is gewoon een slecht karakter.

vrijdag 3 oktober 2014

Iedereen heeft gaten in zijn sokken


Vroeger, als tiener zijnde, heb ik heel veel gegamed. Vanaf mijn twaalfde jaar oud tot mijn achttiende jaar heb ik dag in dag uit videospelletjes gespeeld.
Hierin ben ik niet heel speciaal, immers, miljoenen jongens en meisjes spenderen het grootste deel van hun tijd met games.

De reden waarom ik  graag spelletjes speelde was omdat ik er van hield om mijn poppetje beter te laten worden. Ik ben er achter gekomen dat het niet zozeer lag aan welk spelletje het was dat mij zo trok, maar meer aan de bezigheid van het constant verbeteren van jezelf. Het is zacht gezegd jammer, dat ik hier pas achter ben gekomen nadat ik besloot om mijn tijd te gaan investeren in andere dingen dan videogames.

Een mooie eigenschap, maar desalniettemin heb ik jarenlang mezelf verborgen voor de buitenwereld en weinig sociale activiteiten ondernomen. In zekere zin kun je zeggen dat ik in die tijd als een kluizenaar leefde. Zelf zie ik dit als een periode waarin ik mezelf achteraf best wel teleurgesteld heb.

Wat ik destijds erg ondervond is dat ik mijn eigen leven ontzettend vergeleek met dat van anderen, vrijwel altijd in negatieve zin. In mijn geval een gebrek aan  vriendschappen en sociale contacten, misschien kun je het wel omvatten als populariteit. Ik dacht dat als ik maar iets had wat een ander wel had, mijn leven een stuk beter zou zijn. Of dit nu een voorwerp was, een karakteristiek of een bepaalde vriendschap, in alles zag ik een ‘magic pill’ voor een gelukkig leven. En ik was de enige die deze ‘magic pill’ niet had.

Be kind to everyone you meet, for everyone is fighting a hard battle” – Ian MacLaren.

‘Iedereen heeft gaten in zijn sokken’ houdt in dat iedereen wel een strijd met zichzelf voert. Dat, ondanks dat mensen een gelukkige indruk op je achterlaten, er wel meer in hun leven speelt dan het beeld dat je van hen hebt. Iedereen worstelt met een probleem in zijn leven, of deze nu zichtbaar is of niet. Of dit nu een verslaving is of een ervaring is die je wereldbeeld heeft veranderd.

Met deze situatie kun je ook mensen onderscheiden. Want waar een probleem is, is ook ergens een oplossing.

Zoals ik al schreef is dat ik graag videospelletjes speelde, en dat mijn motivatie om dit te doen niet lag in het spelletje zelf, maar in het beter worden in dit spelletje. En dit beter worden in het spelletje was niet zozeer gebonden aan een spelletje, maar een algemene eigenschap.

Op deze manier kijk ik ook naar mijn gaten in mijn sokken. Ik kan het accepteren dat die gaten er zitten en er een schoen omheen doen en doorstappen, of ik pak een stuk stof, naald en draad en probeer de sok te maken.

Waar een probleem van buiten is, kun je die oplossen. Waarom zou dat niet kunnen met een probleem van binnen? Je kunt niet altijd in de knoop blijven zitten met jezelf, hopend dat het ooit over zal gaan. Wachtend op die ene gebeurtenis dat je leven veranderd, of in ieder geval genoeg om dat ene stukje weg te nemen. Grote gebeurtenissen in je leven, zoals afstuderen, een relatie of een nieuwe baan zouden niet de highlights op je levenstijdlijn moeten zijn, het zijn de kleine dingen die je anders laten kijken op je leven.

Aan jezelf kunnen werken en verbeteren is het beste wat er is. Er is niets beter dan je eigen problemen oplossen.

En als dat lukt, alleen dan, zullen je sokken weer als nieuw zitten.